Vanavond werden in de laatste raadsvergadering voor het reces de jaarrekening 2018 en voorjaarsnota 2019 besproken. De jaarrekening betreft de daadwerkelijke uitgaves van de gemeente van vorig jaar, langs de lat van de begroting 2018 gelegd. Kortweg: is het college binnen de kaders gebleven die de gemeenteraad heeft gesteld in 2018?
De voorjaarsnota gaat over de begroting 2019. Die is eind vorig jaar vastgesteld en inmiddels toe aan een herziening wegens een aantal redenen. Een van die redenen is een uitvloeisel van een groot aantal zogenaamde “gemeenschappelijke regelingen”, samenwerkingen van gemeenten in regio en provincie, zoals de BSgW en de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. De jaarlijkse resultaten (positief en negatief) van deze regelingen komen altijd neer op alle afzonderlijke gemeentes.
Verreweg de belangrijkste reden heeft echter te maken met de uitkering vanuit het Rijk via een “trap op, trap af”-systeem. Geeft het Rijk meer uit, dan krijgen de gemeentes ook meer, geeft het Rijk minder uit, dan krijgen gemeentes weer minder.
In voorgaande jaren ging het economisch slecht, gaf het Rijk minder uit en werden gemeentes bovendien opgezadeld met extra taken én minder geld. Maar nu het sinds ongeveer twee jaar economische een stuk beter gaat, kiest het kabinet Rutte III ervoor om de hand op de knip te houden en trots te zijn op begrotingsoverschotten. Met andere woorden: nu we meer uit kúnnen geven aan onze burgers, dóén ze het niet.
VVD, CDA, CU en D66 maken goede sier met begrotingsoverschotten, maar zadelen hierdoor tegelijkertijd gemeentes op met dalende uitkeringen terwijl de nood in verband met de jeugdzorg zo hoog is. Daar wringt volgens de PvdA Kerkrade nu juist de schoen. Via Rutte III kunnen burgers niets merken van economisch goede tijden, maar datzelfde kabinet zadelt diezelfde burgers via de gemeentes op met extra uitdagingen.
Lees het hele betoog van onze fractievoorzitter René van Drunen hier terug.